Onverwacht mij tegen
in 't nog winters jaar
op de sprong der wegen
bloeit de hazelaar.
in 't nog winters jaar
op de sprong der wegen
bloeit de hazelaar.
Tegen 't licht gehangen
slingertjes van goud;
aarzelend, bevangen
raak ik aan het hout.
slingertjes van goud;
aarzelend, bevangen
raak ik aan het hout.
Trillend dwaalt van boven
't fijne wolken los;
en met bloei bestoven
in het naakte bos
't fijne wolken los;
en met bloei bestoven
in het naakte bos
blijf ik in een beven
teruggehouden staan,
en ik raak nog even
't donker stamhout aan.
teruggehouden staan,
en ik raak nog even
't donker stamhout aan.
Ida Gerhardt
Hij staat er hier ook mooi bij!
BeantwoordenVerwijderenMooi dat gedicht van Ida Gerhardt bij de nu bloeiende hazelaars.
BeantwoordenVerwijderen