dinsdag 15 november 2011
gedicht van de maand
Ik zie geen sterven in de late najaarsdagen,
Hoe is het licht zo blank, hoe is de lucht zo blauw,
Hoe lijkt de nevel naar die zilversluier: dauw,
Niet naar een lijkwâ, die het moede jaar zal dragen;
Ik zie de blaren niet, die rotten op de paden,
Ik zie de blaren rood en goud in ´t zonnelicht,
Ik zie de gladde knoppen al weer opgericht,
Beloften van het bos voor nieuwe lentedaden.
Ik zie de bloesem van de hazelaar reeds hangen,
Die rekke en stuiven zal bij d´eerste voorjaarswind,
Ik ga de paden langs en wijs alvast mijn kind
Waar ´t zaad zal kiemen, waar we nu reeds naar verlangen
.....
A.Steenhof - Smulders (1910) fragment
Hoe is het licht zo blank, hoe is de lucht zo blauw,
Hoe lijkt de nevel naar die zilversluier: dauw,
Niet naar een lijkwâ, die het moede jaar zal dragen;
Ik zie de blaren niet, die rotten op de paden,
Ik zie de blaren rood en goud in ´t zonnelicht,
Ik zie de gladde knoppen al weer opgericht,
Beloften van het bos voor nieuwe lentedaden.
Ik zie de bloesem van de hazelaar reeds hangen,
Die rekke en stuiven zal bij d´eerste voorjaarswind,
Ik ga de paden langs en wijs alvast mijn kind
Waar ´t zaad zal kiemen, waar we nu reeds naar verlangen
.....
A.Steenhof - Smulders (1910) fragment
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten